Estlandse migratieverhalen: Rotterdam Estonia 100
De band tussen Rotterdam en Estland bestaat al zeker een eeuw sinds de onafhankelijkheidsverklaring van Estland in 1918. In Rotterdam-Katendrecht kwam in 1918 een Estlandse zeeman aan, genaamd Carl Rohde (1887 - 1946). Hij vestigde zich in de wijk en opende aan Veerlaan de Estonia Bar, het eerste pension annex café voor Estlandse zeemannen. We zijn op ontdekkingstocht gegaan naar de nazaten van deze eerste familie. Ook nodigden we Jan Brouwer uit (1942-2020), de honorair consul van Estland om te komen vertellen, opnieuw een Rotterdammer, die gedurende 22 jaar met veel toewijding talrijke ontmoetingen tot stand bracht tussen Estlanders en Nederlanders. Hij volgde Carel Stahl op, een Rotterdamse koopman die in 1924 de eerste consul werd van Estland namens Nederland. Bovendien gingen we op zoek naar hedendaagse Estische Rotterdammers en hun persoonlijke verhalen.
De luistervoorstellingen
De luistervoorstellingen
1. Rotterdam Estonia 100
De luistervoorstelling
“We hebben ook een Estlands lied, dat gaat over de zeemannen die op reis gaan en thuis afscheid nemen. En hun bestemming is Rotterdam.”
In 2018, het jaar dat Estland honderd jaar bestond, legden we verhalen vast van Rotterdamse Esten van nu, van de Rotterdamse honorair consul van Estland en van de nazaten van Carl Rohde. Hij was een Estlandse zeeman die in 1918 op Katendrecht aankwam, zich in de wijk vestigde en samen met zijn vrouw de Estonia Bar oprichtte, een zeemanspension annex café voor Estlanders. Uit alle interviews stelden we een compilatie ofwel luistervoorstelling samen van een kleine 30 minuten. Hierboven is een fragment daaruit te beluisteren.
De vertellers
"En die zingen op zaterdagmiddag en zondagmiddag alleen in het Ests, met Estse muziek en Estse dirigenten. Buitengewoon emotioneel. Dat is iets fantastisch."
"Ik krijg er gewoon letterlijk kippenvel van. De geur, de natuur, al die vogels die fluiten. Dat is echt een deel van mij."
"Esten geloven niet zozeer in God of Jezus Christus. Ze geloven meer in bomen. Daarom zijn mensen in Estland misschien ook wat meer geaard."
"Estische smaak is voor mij, is de smaak van dille, dat vind ik zo lekker en elke keer als ik in Estland ben, maak ik elke keer Huttenkäse, dat is ook een beetje Estisch."
"Alles was ineens open, we mochten gaan, alleen niet werken. Om te werken had je een vergunning nodig en als au pair was dat het allermakkelijkst."
"Ik ben nu 26, 27 jaar hier, meer dan de helft van mijn leven. Dat is ook thuis. Ik hang er een beetje tussenin."
"Dan ging oma uit Estland op een krukje staan en dan had ze een heel klein bijbeltje en daar ging ze dan zo dichtbij uit dat bijbeltje lezen.”
"Mijn vader had, hoewel hier geboren, een soort Estse of Russische pathos. Hij was heel erg familiegericht, dat betekent alles voor elkaar over hebben."