Terug
"Toen ik het mooie zwembad achterin de tuin zag, heb ik alle spaarvarkens stukgeslagen en de ’s-Gravenhof gekocht."
"In die veertig jaar zijn we altijd bezig geweest met restaureren. Dat hadden we er met liefde voor over. Zo’n huis heb je te leen."
"M'n moeder was hier een toonaangevende figuur. Als je in de buurt naar Oetje vraagt, weten heel veel mensen wie dat is. Ze heeft er ook een lintje voor gekregen destijds.’’
"Toen ik jong was, zaten er wel dertig Valken op de ’s-Gravenweg."
"Wij gingen niet naar de ’s-Gravenweg, maar naar de Tuin. Zo noemden we dat.’’
"Mijn vader heeft die mensen uitgekocht en Rijkswaterstaat de opdracht gegeven dat terrein op te hogen om daar een tuin van te maken. Dat is nu de mooiste tuin van Kralingen."
"Bij Kees Mulder in de Vijverlaan verzamelden we om wedstrijdjes te fietsen of Concours Hippique te spelen. Dan bouwden we hindernissen in zijn tuin van allerlei stoelen en tafels."
,,Architect Kromhout heeft hier een betonnen bassin laten maken, daarop is het huis gebouwd. Dat is geweldig, want die kelders zijn zo droog als het maar kan.’’
,,We weten dat de ’s-Gravenhof en Buitenzorg hier staan en sommigen kennen de vroegere Ypenhof nog. Maar er zijn hier waarschijnlijk wel dertig tot veertig buitenplaatsen geweest."
"Wij moeten elkaar gewoon leren kennen. Jullie leren wat van ons, wij leren wat van jullie."
"Als ik een zoon had gehad, dan had ik hem Titus genoemd."
"We waren met vier kinderen, mijn vader was Jan Backx. Hij werkte bij Thomsen Havenbedrijf. In die tijd gingen we op zondag, toen werd er al wel gewerkt, dan gingen we met m’n vader naar de kades om te kijken naar de schepen."
© 2024 Verhalen van Rotterdammers | Website door Mediabreed