Van de ’s-Gravenweg en omgeving kent ze elke steen en alle straten. Een paar dagen oud was ze nog maar, toen ze met haar ouders en zus verhuisde van Amsterdam naar het zojuist gebombardeerde Rotterdam. Haar vader – secretaris van Freddy Heinekens vader – was benoemd tot directeur van de Heineken Brouwerij op de Crooswijksesingel. Het gezin streek neer aan de Oudorpweg 35. Haar moeder was een van oorsprong Zweedse, die ten tijde van de oorlog SS’ers en nazisympathisanten op haar manier dwarszat. ,,Als ze de gordijnen moest dichtdoen, liet ze deze juist open. En midden in de nacht schilderde ze hakenkruizen op hekken van NSB’ers.’’ Birgitta’s kleuterschool was aan de ’s-Gravenweg 170, onderdeel van de ’s-Gravenhof. In februari 1945 werd haar jongere broer Pieter geboren. Angst heeft ze nooit gevoeld tijdens de oorlog. Wel kan ze zich de bevrijding goed herinneren, met de Canadese vliegtuigen die voedselpakketten dropten op het terrein achter hun huis. Na de oorlog, in de jaren vijftig, kocht haar vader, jonkheer Feith, de ’s-Gravenhof voor 40.000 gulden van Franciscus Cornelis Bouman, directeur van de Holland- Amerika Lijn. Achter de achtertuin zat nog een boerenbedrijf. ,,Mijn vader heeft die mensen uitgekocht en Rijkswaterstaat de opdracht gegeven dat terrein op te hogen om daar een tuin van te maken. Dat is nu de mooiste tuin
van Kralingen.’’ Ze speelde vaak buiten aan de overkant van de ’s-Gravenweg: knikkeren, touwtjespringen. En ze beoefende ook sporten: paardrijden, tennis en hockey. Ze kwam
veel bij buren en omwonenden over de vloer zoals de familie Van Schaardenburg, de familie Kronenberg, de familie Wentgens en de familie Hofman. ,,Het waren allemaal ooms en tantes van ons.’’ In het oude huis van Rob Boddaert aan de Laan van Woudestein hadden ze vaak schoolfeestjes. Met Jaap van Waning zat ze op dansles. Haar ouders waren vaak weg. Dat vond ze moeilijk. Zij, haar zus en broertje werden verzorgd door drie inwonende hulpen: een Duitse, een Oostenrijkse en een Franse. Haar hobby was pianoles. Birgitta spreekt zes talen, werkte 28 jaar en was drie jaar betrokken bij het televisieprogramma Het Lagerhuis, waarvoor ze deel uitmaakte van het debatpanel. Na haar eindexamenjaar ging ze eerst met een vriendin naar Rome, om Italiaans en kunstgeschiedenis te leren. Terug in Nederland kwam ze op het Conservatorium in Amsterdam, waar ze haar echtgenoot leerde kennen, een arts, met wie ze naar Amerika ging en drie kinderen kreeg. Het huwelijk hield geen stand. Daarom keerde ze terug naar Rotterdam en ging werken om een bestaan op te bouwen voor haarzelf en voor haar drie kinderen. ,,Mijn zoon en twee dochters zijn allemaal goed terechtgekomen, hebben mooie banen, zijn getrouwd. En ik heb vier kleinkinderen. Daar ben ik heel trots op.’’
"Mijn vader heeft die mensen uitgekocht en Rijkswaterstaat de opdracht gegeven dat terrein op te hogen
om daar een tuin van te maken. Dat is nu de mooiste tuin van Kralingen."
Birgitta Feith (Amsterdam, 1940)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Verhalen van de ‘s-Gravenweg, deel 1.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van de 's-Gravenweg.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van de 's-Gravenweg.
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
,,We weten dat de ’s-Gravenhof en Buitenzorg hier staan en sommigen kennen de vroegere Ypenhof nog. Maar er zijn hier waarschijnlijk wel dertig tot veertig buitenplaatsen geweest."
,,Architect Kromhout heeft hier een betonnen bassin laten maken, daarop is het huis gebouwd. Dat is geweldig, want die kelders zijn zo droog als het maar kan.’’