Terug
 
"Mijn vader had, hoewel hier geboren, een soort Estse of Russische pathos. Hij was heel erg familiegericht, dat betekent alles voor elkaar over hebben."
Carl Conrad Rohde (Rotterdam, 1953)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Rotterdam Estonia 100.
En onderdeel van de collectie: Estlandse migratieverhalen: Rotterdam Estonia 100.

Precies 100 jaar geleden, in juli 1918, kwam Carl Conrad Rohde (1887-1946) wonen in Rotterdam-Katendrecht, aan de Brede Hilledijk. Hij was bootsman op de grote vaart en had in Remscheid, Duitsland zijn vrouw, Ida Klara Gill ontmoet. Ze trouwden en kregen een zoon in 1919: Carl Rohde, de vader van toekomstprofessor Carl Conrad Rohde (1953). ,,Mijn opa is na het uitbreken van de Russische revolutie in 1917 vertrokken uit Tallinn. Hij werkte daarvoor als koerier van de Tsaar. Er zijn twee totaal verschillende verhalen hoe hij in Rotterdam is gekomen. Een is via de grote vaart, Duitsland en de liefde. De andere is dat hij in de oorlog is getorpedeerd waardoor hij schipbreuk leed. Hij spoelde hier aan en werd genaturaliseerd.  Ik weet niet wat er waar is, maar ik kan het aan niemand meer vragen.“ In 1926 verhuisde opa Carl Conrad sr. binnen Katendrecht naar de Veerlaan 78a en begon daar een café annex pension genaamd de Estonia Bar, waar vooral veel Esten verbleven. ,,Ik ben 19 januari 1953 geboren in het oude ziekenhuis aan de Coolsingel . Het was enkele dagen later dat mijn moeder mét baby de Estonia Bar is binnengewandeld. De hele zaal vol, want dat is natuurlijk erg mooi als zo’n kindje geboren is. Het was een koude dag, mijn vader legde heel galant zijn grote, dikke jas over haar frêle schoudertjes. Dat vond ze maar niks, ze wilde zo graag een entree maken, nu was dat in de jas van haar man. Een detail, maar zo ben ik dus daar binnengekomen.  Ik heb daar een half jaar gewoond in de Estonia Bar.” Zijn moeder kreeg tbc en ging naar een sanatorium op de Veluwe. Carl kwam te wonen bij zijn opa en oma van moeders kant in Rotterdam-Zuid. ,,Toen mijn moeder genezen was, en ik 2 jaar, wilde zij beslist niet terug. Ze vond het geen buurt om je kind op te voeden. “ Carls vader bleef wel wonen en werken bij zijn moeder in de Estonia Bar op Katendrecht. ,,Ik was een jaar of 12, toen hebben we het hotel verpacht aan Denise en Joop en werd het de Denise Bar. Mijn oma had destijds de mooiste kamer in het hotel, met uitzicht op het water, maar m’n oma werd dement. De kamer is op slot gegaan. Toen ik een jaar of 30 was, hebben we het hotel verkocht en ging de kamer open die zo lang dicht is geweest. Heel merkwaardig vond ik dat. Het laatste kopje waaruit mijn oma gedronken heeft, stond nog op tafel.” Het theeservies, enkele vazen en sieraden nam de familie mee, vooral als herinnering. Cultuursocioloog Carl Conrad Rohde (jr.) is veel op reis en geeft als trendwatcher en professor superdiversitylezingen over de hele wereld. ,,Mijn vader had,  hoewel hier geboren, een soort Estse of Russische pathos. Hij was heel erg familiegericht, dat betekent alles voor elkaar over hebben. Ik wilde vooral de wereld in. Ik was dol op m’n zus en ben dat altijd gebleven, maar ik heb wel een eigen leven.’’ Zo’n 10 jaar geleden moest hij plots een lezing geven in Tallinn. ,,Ik kwam daar in die stad als vent van 55 jaar, terwijl ik moest denken aan mijn opa van 18 die door dezelfde straten had gelopen. Dat was heel gek.”

Meer verhalen met
Onderwerp: Migratie  
Locatie: Rotterdam-Centrum  
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
"En die zingen op zaterdagmiddag en zondagmiddag alleen in het Ests, met Estse muziek en Estse dirigenten. Buitengewoon emotioneel. Dat is iets fantastisch."
"Als kleine baby’s werd we al buiten in de wagen te slapen gelegd om immuun te worden voor de kou."
"Ik krijg er gewoon letterlijk kippenvel van. De geur, de natuur, al die vogels die fluiten. Dat is echt een deel van mij."
"Esten geloven niet zozeer in God of Jezus Christus. Ze geloven meer in bomen. Daarom zijn mensen in Estland misschien ook wat meer geaard."
"Estische smaak is voor mij, is de smaak van dille, dat vind ik zo lekker en elke keer als ik in Estland ben, maak ik elke keer Huttenkäse, dat is ook een beetje Estisch."
"Alles was ineens open, we mochten gaan, alleen niet werken. Om te werken had je een vergunning nodig en als au pair was dat het allermakkelijkst."
"Ik ben nu 26, 27 jaar hier, meer dan de helft van mijn leven. Dat is ook thuis. Ik hang er een beetje tussenin."
"Dan ging oma uit Estland op een krukje staan en dan had ze een heel klein bijbeltje en daar ging ze dan zo dichtbij uit dat bijbeltje lezen.”
"Al onze kinderen zijn in Estland geboren, dat is superbelangrijk voor ons. Estland is een heel groot deel van ons leven."
© 2024 Verhalen van Rotterdammers | Website door Mediabreed