Enas Oudeh (1988, Damascus, Syrië)
In Nederland is ze samen met haar man een nieuw leven begonnen, maar haar gedachten zijn nog veel daar, in Syrië, waar haar familie nog steeds woont. Haar vader raakte in 2012 vermist in de oorlog, een jaar waar er veel bommen vielen in Damascus. “Nu zijn er geen bommen meer, maar alles is kapot.” Enas komt uit een gezin van totaal drie kinderen. Van vaderskant liggen de wortels in Palestina. Haar opa moest vluchten voor de oorlog, toen Enas’ vader nog een baby was. Zo kwamen ze in Damascus terecht. In dezelfde straat woonde haar moeder. “Mijn ouders kenden elkaar al van kleins af aan.” Zelf groeide ze op in een straat waar de vaders allemaal voor hetzelfde bedrijf werkten. “Dat was heel gezellig, warm.” Na haar middelbare school ging Enas naar de kunstacademie. Daar leerde ze haar uiteindelijke man kennen. “Hij zat in het vierde jaar en volgde de richting tot architect. Ik zat in het tweede jaar en deed beeldhouwen.” Toen de oorlog uitbrak, zat Enas in Damascus en haar man in Saoedi-Arabië. “Ik kon niet daarheen, hij kon niet naar Syrië. Dus we hebben elkaar drie jaar niet gezien, alleen online.” Haar man besloot om een gevaarlijke reis te maken, uiteindelijk naar Nederland en liet Enas overkomen. Het besluit om te vertrekken en haar familie achter te laten, viel haar zwaar. “Ik heb een mooie familie, had een mooi huis, mooi werk. Je gaat naar een nieuw leven en laat alles achter.” Ze leerden de Nederlandse taal in razend tempo, vonden werk, maakten een eigen familie met twee kinderen. Enas ontwerpt sieraden en dozen voor chocolade en droomt van een eigen galerie of atelier waar ze haar creativiteit in kwijt kan. Maar het meest wenst ze nog dat ze haar familie kan zien, al is het maar af en toe. Enas voelt zich half hier, half daar in Syrië. “Dat gaat niet over het land, ik vind Nederland een mooi land. Maar je hebt je familie niet om te helpen bij alles, of gewoon te genieten met elkaar. Ik hoop dat we elkaar een keertje per jaar kunnen zien, dat zou al genoeg zijn.”