Henk Cieremans komt uit een echte tuindersfamilie van de ’s-Gravenweg. Daar is hij geboren en getogen, in een tijd dat er nog vele tuinders waren. ,,Die waren eigenlijk allemaal familie van elkaar. Allemaal neven en nichten, de Van den Bergen, Struijken en Valken.’’ Ook andere families hadden hier hun bedrijf, herinnert hij zich nog goed: de verhuizers van Den Otter, de slopers van Lekkerkerker, paarden- en koeienhandelaar Broere, groenteboer De Bruin, maar ook de limonadefabriek, de touwfabriek en de smid. Naast tuinen had zijn vader een hoveniersbedrijf, waarmee hij veel klanten bediende in Kralingen. Levendig is ook nog zijn herinnering aan de Watersnoodramp in 1953, toen hij een kas in aanbouw de lucht zag invliegen en in een ander weiland zag belanden. ,,Toen hebben we nog dagen glas lopen ruimen. Dat zal ik nooit vergeten.’’ De familie Cieremans was een van de eerste gezinnen die een trekker hadden. ,,Je wilt niet weten hoeveel paarden en koeien ik daarmee uit de sloot heb getrokken.’’ In 1961 – het jaar dat de Berlijnse Muur werd gebouwd – moest Henk in dienst, waar hij bij de cavalerie leerde voor tankcommandant. Op zijn 22ste moest hij weer in dienst, maar daar voelde hij niet zoveel voor. Bovendien kreeg hij verkering. Zo kwam hij bij de reservepolitie terecht, waarvoor hij dik 20 jaar (vrijwillig) heeft gediend. Henk Cieremans trouwde in 1966 en kreeg drie kinderen: twee dochters en een zoon. Met zijn vrouw woonde hij eerst nog drie jaar lang in een noodwoning. Veel mensen die na het bombardement op Rotterdam dakloos raakten, trokken eerst naar Hoek van Holland in zomerhuisjes. Deze huisjes werden gesloopt, vanwege de bouw van bunkers voor de Atlantikwall. Daarna zijn overal noodwoningen gebouwd op volkstuintjes aan de ’s-Gravenweg. ,,De woningnood was schrikbarend.’’ Toen zijn vader verhuisde naar Soesterberg, trokken Henk en zijn vrouw in het grote huis. Iedereen kende iedereen, weet Cieremans nog. In de jaren zestig kwam daar verandering in. Toen brak voor tuinders aan de ’s-Gravenweg een moeilijke periode aan. De gemeente stelde een bouwverbod in en kocht veel tuinders uit. Die zijn vervolgens naar Twente vertrokken. ,,De tuinders die bleven zijn in feite uitgerookt.’’ De familie Cieremans bleef ook, maar zij waren niet afhankelijk van de tuin; ze kweekten planten en hadden het hoveniersbedrijf. Henk nam het bedrijf over op 1 januari 1966 en breidde het uit met een tuincentrum op de ,s-Gravenweg. Kweken deed hij als hobby. Daarnaast fokte hij paarden, net als de opa van moederskant, die uit de Bommelerwaard kwam. Jarenlang heeft hij ook in het bestuur gezeten van de jockeyclub van de Rotterdamsche Manège. Opvolging voor zijn bedrijf zat er niet in. Henk verkocht zijn grond en het bedrijf én bleef dichtbij: hij woont nu aan Onderlangs.
"De tuinders die bleven zijn in feite uitgerookt."
Henk Cieremans (Rotterdam, 1942)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Verhalen van de ‘s-Gravenweg, deel 1.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van de 's-Gravenweg.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van de 's-Gravenweg.
Meer verhalen met
Geen gerelateerde verhalen.
Geen gerelateerde verhalen.
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing:
Interviewer:
Muziek:
Ondersteund door:
Techniek/editing:
Interviewer:
Muziek:
Ondersteund door:
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
,,We weten dat de ’s-Gravenhof en Buitenzorg hier staan en sommigen kennen de vroegere Ypenhof nog. Maar er zijn hier waarschijnlijk wel dertig tot veertig buitenplaatsen geweest."
,,Architect Kromhout heeft hier een betonnen bassin laten maken, daarop is het huis gebouwd. Dat is geweldig, want die kelders zijn zo droog als het maar kan.’’
"Bij Kees Mulder in de Vijverlaan verzamelden we om wedstrijdjes te fietsen of Concours Hippique te spelen. Dan bouwden we hindernissen in zijn tuin van allerlei stoelen en tafels."