Terug
 
"Wij gingen niet naar de ’s-Gravenweg, maar naar de Tuin. Zo noemden we dat.’’
Hennie (1944), Trudie (1946) en Jan (1952) van Zanten
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Verhalen van de ‘s-Gravenweg, deel 1.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van de 's-Gravenweg.

Vijf generaties Van Zanten hebben hun herinneringen liggen aan de ’s-Gravenweg 208, waar hun ‘opa en oma’ Van Zanten in 1918 kwamen wonen en een tuinderij hadden, die van achter het huis tot aan het kanaal liep. Als de groenten klaar waren, gingen ze met paard en wagen door de wijk om deze te verkopen. Opa en oma Van Zanten woonden daar met acht kinderen. Hun vader, Johannes van Zanten, had vier broers en drie zussen. Jan: ,,In het huis had je twee trappen. De ene ging naar de meisjeszolder, de ander naar de jongenszolder. Mijn opa en oma sliepen onder de trap, in de bedstee. Hennie, Trudie, Jan en hun zusje groeiden voornamelijk op aan het Noordeinde, maar waren heel vaak te vinden aan de ’s-Gravenweg, waar hun ouders een tuinhuisje hadden bijgebouwd en waar hun ouders ook weer gingen wonen, in 1977, nadat opa en oma waren overleden. ,,Wij gingen niet naar de ’s-Gravenweg, maar naar de Tuin. Zo noemden we dat.’’ Ze aten altijd van de Tuin: boerenkool, tuinbonen, komkommers. Daarnaast was er een perceel met Dahlia’s, Chrysanten en andere bloemen. En alle feestjes werden er gevierd, later ook met de kinderen en kleinkinderen. Feestjes waren een zoete inval. ,,Nieuwjaarsdag, dat was vaste prik. Op m’n vaders verjaardag op 21 juni, waren we er ook allemaal. Ook toen hij overleden was. Mama zorgde altijd voor lekkere dingen. Het was gebruikelijk dat iedereen er was. Dat verwachtten zij ook.’’ Achter in de tuin stonden ook nog duivenhokken, hun vader was een postduivenliefhebber. En hij had er zijn hoveniersbedrijf. ,,Hij had overal tuinen, in Kralingen, Hillegersberg. De tuin van de Shell in Den Haag, daar was-ie trots op.’’ En hij versierde meer dan dertig jaar de hindernissen op de Rotterdamsche Manege, voor het Concours Hippique. Hun ouders hebben het altijd jammer gevonden dat ze het huisje nooit hebben gekocht. ,,Het werd voor heel weinig geld aan de gemeente verkocht, dat wisten ze
niet.’’ Hun vader trouwde met Cornelia Kanters uit Raamsdonksdorp. ,,Mijn vader werkte hard, was een schat van een man. Mijn moeder was pittiger. Streng, maar heel lief en bijzonder intelligent.” Hun vader overleed in 1995 op 81-jarige leeftijd. Hun moeder, de laatste bewoner van de ’s-Gravenweg 208, is op 8 januari 2017 thuis overleden. ,,Ze is 95 jaar geworden, haast 96. We hebben haar met z’n allen het laatste half jaar verzorgd en uiteindelijk in de kist gelegd en het huis uitgedragen.’’ Hennie, Trudie en Jan hebben drie maanden de tijd genomen om het huis van hun ouders leeg te halen. Op de dag tijdens het interview – 31 maart 2017 – werd het huisje dichtgetimmerd. Hun jongste zus kon niet bij dat moment aanwezig zijn; zij werd die dag opnieuw oma.

Meer verhalen met
Onderwerp: Wonen  
Locatie: Kralingen  Rotterdam-Oost  
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
,,We weten dat de ’s-Gravenhof en Buitenzorg hier staan en sommigen kennen de vroegere Ypenhof nog. Maar er zijn hier waarschijnlijk wel dertig tot veertig buitenplaatsen geweest."
,,Architect Kromhout heeft hier een betonnen bassin laten maken, daarop is het huis gebouwd. Dat is geweldig, want die kelders zijn zo droog als het maar kan.’’
"Bij Kees Mulder in de Vijverlaan verzamelden we om wedstrijdjes te fietsen of Concours Hippique te spelen. Dan bouwden we hindernissen in zijn tuin van allerlei stoelen en tafels."
"Mijn vader heeft die mensen uitgekocht en Rijkswaterstaat de opdracht gegeven dat terrein op te hogen om daar een tuin van te maken. Dat is nu de mooiste tuin van Kralingen."
"Toen ik jong was, zaten er wel dertig Valken op de ’s-Gravenweg."
"De tuinders die bleven zijn in feite uitgerookt."
"M'n moeder was hier een toonaangevende figuur. Als je in de buurt naar Oetje vraagt, weten heel veel mensen wie dat is. Ze heeft er ook een lintje voor gekregen destijds.’’
© 2024 Verhalen van Rotterdammers | Website door Mediabreed