Als één-na-jongste kwam ze ter wereld in een gezin van negen. Dat gebeurde in een benedenhuis aan de Gijsingstraat. Haar vader was chef bij het kledingmagazijn van Bervoets aan de Schiedamseweg. Na de Gijsingstraat belandde het gezin Vijverberg in 1939 via de Willem Beukelszoonstraat op diezelfde Schiedamseweg, nummer 242. Daar woonden nog twee andere gezinnen met wie het contact hecht was: de familie Morel en de familie Mineur. Tijdens de oorlog ging José’s moeder vaak op woensdagen naar Zevenhuizen, naar haar broer Sol om kleding te naaien. Oma Diemel paste dan op de kinderen. Haar broer Wim werkte bij de Poorter en kwam altijd thuis lunchen. Zo ging het ook die woensdag 31 maart 1943. Oma Diemel, José en zes andere kinderen gingen tijdens het luchtalarm altijd onder de trap staan. Broer Wim was bijna thuis toen het luchtalarm afging. Hij wilde eerst in de groentewinkel schuilen, maar rende toch gauw naar huis, zo vlakbij, schuin aan de overkant. ,,Gelukkig maar, want anders had ik geen broer meer gehad.’’ Door de explosies van de bommen werd het dak van hun huis eraf geblazen en deze kwam op de groentewinkel terecht. ,,Alle mensen die er gingen schuilen, zijn omgekomen.’’ Haar vader was die dag aan het werk bij Bervoets. ,,Hij is na het luchtalarm naar ons huis gerend, nummer 242. Een heel eind.’’ Hij stuurde José en drie zussen – de vier jongste meisjes van het gezin – naar Groessen. Dezelfde middag vertrokken ze naar het station van Schiedam, met een koffer en met haar pop. Richting Marconiplein zagen ze brand. Op de plek waar dokter Vader zijn praktijk had, hoorde ze gehuil. ,,Het was verschrikkelijk, alles was mistig, stoffig, heet. Je vluchtte tussen de brandende dingen. Een Duitser zei nog: gaan jullie maar in het midden lopen, want dadelijk vallen de muren om en dan leef je niet meer.’’ ’s Avonds om elf uur waren ze in Groessen. Haar broer Wim heeft met een vriend nog wat spullen kunnen redden uit het huis: wat meubelen en de piano. Haar ouders gingen naar Zevenhuizen, naar boer Sol, die haar vader kende via zijn werk. De familie kwam in augustus 1943 weer bij elkaar in de Graaf Florisstraat 106. Na haar trouwen in 1958 bleef ze er (in)wonen, tot 1972.
Inmiddels woont ze in het oosten van het land.