Anton Spek (Rotterdam, 1932) kwam ter wereld aan de Vosmaerstraat 44 in Spangen. Later zou hij nog twee zusjes krijgen. Zijn vader was handzetter bij de gemeentedrukkerij, een beroep dat Anton later ook zou uitvoeren bij de Arbeiderspers.
Op woensdag 31 maart 1943 was Anton tien jaar, bijna elf, toen hij na het luchtalarm door het raam naar buiten keek en vliegtuigen zag aankomen. Zijn moeder en zusjes waren ook thuis. En zijn grootmoeder was op bezoek, want ze zouden de verjaardag van Antons vader Tjeerd vieren.
Antons moeder dirigeerde iedereen vlug naar de voorkant van het huis. Hij en zijn moeder gingen naar de keuken, oma en zijn zusjes doken in de kamer ernaast onder. Een paar tellen later stortte alles in. “Opeens lag ik onder het puin. Ik kon nog met mijn moeder praten. Blijf stil liggen, zei ze, anders kom je steeds vaster te zitten.” Zijn zusjes kwamen uiteindelijk ongedeerd tevoorschijn. Anton had een hoofdwond, zijn moeder had een gat in haar arm en oma had allemaal breuken. Ze werden naar het Sint Franciscus Gasthuis gebracht, toen nog aan de Schiekade en bleven twee maanden daar. Van hun huis was niets meer over. De buren van nummer 42 en mensen die in het halletje beneden stonden zijn allemaal omgekomen. Het gezin Spek kreeg een woning op Zuid, in Tuindorp de Vaan. Anton woont inmiddels in Hoogvliet. Hij heeft twee zoons en drie kleinkinderen.
'Opeens lag ik onder het puin'
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: ‘Opeens lag ik onder het puin’.
En onderdeel van de collectie: Het Vergeten Bombardement van 1943.
En onderdeel van de collectie: Het Vergeten Bombardement van 1943.
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Laura Schalkwijk
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door:
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Laura Schalkwijk
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door:
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling