Peacely Ntwari is geboren in Burundi. Desondanks voelt hij zich toch helemaal Kapenees. Op 7-jarige leeftijd kwam hij naar Nederland, om verder op te groeien in de Katendrechtsestraat, samen met zijn moeder en broer. Van zijn jeugd op Katenrecht herinnert hij zich vooral het altijd buitenspelen: knikkeren, stoeien, breakdancen op het podium op het Deliplein en voetballen, een sport waarvoor hij veel talent had. Hij trainde bij Excelsior, was geselecteerd, maar brak zijn voet. Sindsdien richt hij zich op muziek, op rap. Als vlogger, comedian, acteur en rapper staat hij ook wel bekend als Presmo. Hij vindt het belangrijk om respect, liefde en positiviteit te verspreiden. Na zijn opleiding maatschappelijke zorg werkt hij nu als dagbestedingscoach bij ouderen en zingt ook veel Hollandse hits voor hen.
"Ik heb ook trainingen gegeven in de buurt, voetbaltrainingen, rapworkshops. En dat zie je ook een soort broederschap ontstaan. Bij mij ging het altijd om respect, hè, elkaar waarderen en samenzijn.
Dat zijn mooie dingen toch, met liefde met elkaar omgaan."
Peaceley Ntwari (Bujumbura - Burundi, 1993)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Uit de Rechthuislaan.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van Katendrecht.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van Katendrecht.
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
"Een zus van mij kreeg verkering met een jongen van Katendrecht, van de familie Van Maarschalkerwaard. En ja, die woonden hier op de Rechthuislaan, tegenover de katholieke kerk. En dan waren er weleens van die dingen van Clubhuis De Boei en zo. En daar gingen zij dan naartoe. Nou, dan mocht ik ook mee."
"We hebben er toen nooit geen last van gehad. Na de oorlogsjaren, toen deden we boodschappen voor deze vrouwen. Je kon ze bij naam en toenaam. Zwarte Bet, zwarte Greet, manke Tilly."
"Als je hier woont of in de stad, dat is een hemelsbreed verschil. Mensen zijn mensen natuurlijk, maar ze hebben daar een hele andere mentaliteit. Dit moet je zien als een dorp."
"Het was gewoon een prostitutiebuurt en ik ben daarin opgegroeid en we hebben er plezier van gehad, want je hebt er zelfs geld aan verdiend. En dat waren wij niet alleen: half Katendrecht verdiende er geld aan. Kamertjes timmeren, of kamertje behangen, of even de hond uitlaten, of weet ik veel wat. Die meiden waren altijd wel goed met de tip."
"Verderop in de straat had je de winkel van Romeijn zitten. Dat was meer een volkszaak. Bij ons kwam, ik zal niet zeggen de elite, maar wel ander volk."