Terug
 
,,We weten dat de ’s-Gravenhof en Buitenzorg hier staan en sommigen kennen de vroegere Ypenhof nog. Maar er zijn hier waarschijnlijk wel dertig tot veertig buitenplaatsen geweest."
Robert Jan Ligthelm (Voorburg, 1946)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Verhalen van de ‘s-Gravenweg, deel 1.
En onderdeel van de collectie: Verhalen van de 's-Gravenweg.

Sinds 1996 woont hij aan de ’s-Gravenweg en toen ontdekte hij al snel dat zijn nieuwe adres een lange geschiedenis kende, net als zijn eigen familie. Hoewel hij zelf is geboren in Voorburg, stamt de eerste Ligthelm uit Rotterdam. In 1693 trouwde deze voorvader in de hervormde kerk in Rotterdam. Rond 1800 verhuisde de familie via Nootdorp en Zoetermeer naar Voorburg. Zijn vader vluchtte tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1941 het land uit en kwam uiteindelijk in Engeland terecht, bij de Royal Air Force. Daar, in het Verenigd Koninkrijk, liggen de wortels van Robert Jans moeder, een van de vele dochters van een dorpshuisarts, die zijn vader had leren kennen tijdens een verlof. Zijn ouders trouwden op 30 april 1945. Ruim een jaar later kwamen
Robert Jan en zijn tweelingbroer ter wereld in Voorburg. Sinds 1972 woont hij in Rotterdam, waar hij in het Havenziekenhuis opgeleid werd tot internist. Tussendoor verbleef hij nog twee jaar in Engeland, maar in 1977 streek hij opnieuw neer in Rotterdam. Hij kwam te wonen
aan de Oudorpweg, een zijstraat van de ’s-Gravenweg, waar zijn zoon en dochter opgroeiden. ,,Het was denk ik voor hun wel een voorrecht op hier op te groeien, omdat ze hier anders dan in Voorburg of Wassenaar bijvoorbeeld, roken aan de echte wereld. Kralingen ligt toch midden in een stad. Ze kwamen op school kinderen tegen uit andere buurten, waar ze het niet ruim hadden.’’ Hij herinnert zich nog goed de Sinterklaasvieringen met een aantal gezinnen uit de buurt. Roorda Boersma speelde Sinterklaas, maar werd een keer ontmaskerd door Robert Jans zoon. Sint bleek dezelfde schoenen te hebben als de ‘vader van Folkertje’. Robert Jan werkte zijn hele leven in het Havenziekenhuis waar hij aan de wieg heeft gestaan van het Tropen Advies Centrum en de Travel Clinic. Daarnaast richtte hij ook de eerste diabetespolikliniek mede op, met een oogarts en verpleegkundigen. Een studie geschiedenis speelde ooit ook door zijn gedachten. Als jongetje was hij al geïnteresseerd in kastelen en vestingwerken. ,,Daarna kwamen de buitenplaatsen en dat heeft mij nooit losgelaten. Dat mag je best een passie noemen.’’
Wat dat betreft woont hij aan de ’s-Gravenweg ideaal met alle buitenplaatsen van weleer, waarover hij af en toe columns schrijft. ,,We weten allemaal dat de ’s-Gravenhof en Buitenzorg hier staan en sommigen kennen de vroegere Ypenhof nog. Maar er zijn hier waarschijnlijk dertig tot veertig buitenplaatsen geweest. En beseffen mensen die elke zondag naar Excelsior gaan, dat de naam Woudestein komt van een buitenplaats die daar heeft gestaan? Ik denk het niet eerlijk gezegd.’’ Robert Jans huis is gebouwd door Kromhout, de architect van reder Goudriaan, de eigenaar van Ypenhof. ,,In 1928 kon Goudriaan schijnbaar de rekening niet meer betalen aan Kromhout. Hij heeft toen de Overtuin, waar ons huis staat, verkocht aan Kromhout voor een gulden.’’ De architect bouwde daarop verschillende huizen, waaronder dat van Robert Jan. ,,Dus eigenlijk woon ik op de voormalige Ypenhof.’’

Meer verhalen met
Onderwerp: Wonen  
Locatie: Kralingen  Rotterdam-Oost  
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
,,Architect Kromhout heeft hier een betonnen bassin laten maken, daarop is het huis gebouwd. Dat is geweldig, want die kelders zijn zo droog als het maar kan.’’
"Bij Kees Mulder in de Vijverlaan verzamelden we om wedstrijdjes te fietsen of Concours Hippique te spelen. Dan bouwden we hindernissen in zijn tuin van allerlei stoelen en tafels."
"Mijn vader heeft die mensen uitgekocht en Rijkswaterstaat de opdracht gegeven dat terrein op te hogen om daar een tuin van te maken. Dat is nu de mooiste tuin van Kralingen."
"Wij gingen niet naar de ’s-Gravenweg, maar naar de Tuin. Zo noemden we dat.’’
"Toen ik jong was, zaten er wel dertig Valken op de ’s-Gravenweg."
"De tuinders die bleven zijn in feite uitgerookt."
"M'n moeder was hier een toonaangevende figuur. Als je in de buurt naar Oetje vraagt, weten heel veel mensen wie dat is. Ze heeft er ook een lintje voor gekregen destijds.’’
© 2024 Verhalen van Rotterdammers | Website door Mediabreed