Haar opa van moederskant is een hele bijzondere man geweest en heeft veel voor Samira betekend. ,,Ik was wel een van zijn lievelingskleinkinderen. Hij vond het leuk mijn uitgesproken mening te horen.’’ Hij was als een tweede vader voor haar. ,,Mijn ouders werkten allebei, dus ik sliep van maandag tot en met vrijdag bij mijn opa en oma. Dat heeft voor die sterke band gezorgd, die nooit is weggegaan.’’ Haar ouders hadden elkaar in Marokko nooit ontmoet; tussen het dorp van haar vader en haar moeder zit 200 kilometer. Bovendien is haar moeder Berberstalig en haar vader Arabischtalig. ,,Dat zijn sowieso twee verschillende talen en culturen. Dankzij hun komst naar Nederland kennen ze elkaar. Anders was ik er niet geweest.’’ Haar moeder was elf jaar toen ze vanuit haar dorpje Hensora in het Rifgebied naar Nederland kwam, in het kader van gezinshereniging. Samira’s vader was 18 jaar toen hij vertrok vanuit zijn dorp vlakbij Oujda naar Frankrijk. Zes jaar later voegde hij zich bij zijn oom in Rotterdam.
Een broer van Samira’s moeder en een neef van haar vader zaten bij elkaar en in de klas en werden beste vrienden. ,,En zo leerden de families elkaar kennen.’’ Haar opa en oma van moederskant hebben op het land gewerkt en verhuisden al jong uit hun dorp richting Rabat voor seizoensarbeid. Ze woonden ook nog een paar jaar in de stad Nador. ,,En ja, op een gegeven moment is mijn opa naar Nederland vertrokken.’’ Samira schat dat hij rond 1962, 1963 naar Rotterdam migreerde. ,,Hij was een van de eerste in Rotterdam. Het was een echte pionier.’’
Haar opa had een bijzondere baan: met een busje bracht hij landgenoten naar Nederland. ,,Veel mensen in Rotterdam uit zijn geboortestreek kennen hem vanuit die rol.’’ Haar opa en oma waren altijd heel positief over hoe gastvrij ze ontvangen waren door Nederlanders. Voor de gezinshereniging regelde haar opa een huis in Krimpen aan de Lek. ,,Toen de buren wisten dat mijn oma zou aankomen, hebben ze in de straat allemaal kleding verzameld en spullen. Ze kwamen bij elkaar over de vloer. Mijn oma had een Hollandse vriendin. Ik heb nooit begrepen hoe zij elkaar konden begrijpen, maar kennelijk vonden ze een taal om met elkaar te communiceren.’’
Haar opa was ruimdenkend, heel respectvol naar vrouwen en heel trots als zijn dochter of kleindochter van zich afbeten. Hij nam heel ongebruikelijk zijn vrouw mee naar het koffiehuis en was ook een echte dierenvriend. ,,Hij was wel een trotse macho, maar het kon hem niet zoveel schelen wat de buitenwereld dacht.’’
Haar ouders waren heel beschermend. Zelf groeide Samira op als oudste van vijf kinderen in Rotterdam Zuid, met nog twee broertjes en twee zusjes, eerst in Bloemhof, later in Oud-Charlois. ,,In Bloemhof zaten we echt in de Turkse gemeenschap. Het is een wonder dat ik geen Turks heb leren praten.’’ Rond haar twintigste trok ze de wijde wereld in. Ze woonde een half jaar in Frankrijk als uitwisselingsstudent en werkte vier maanden in Libanon bij een NGO. Nu is ze weer gesetteld in Rotterdam en werkt ze er voor de Hogeschool. Haar ouders hebben haar veel ambitie meegegeven en veel respect voor de Nederlandse cultuur, maar ook veel trots voor haar wortels. ,,En dat je de mooie dingen van jouw cultuur deelt. Ik houd van mijn geschiedenis en van Marokko.’’ Haar opa en oma zijn later weer terugverhuisd naar hun geboortedorp Hensora, waar haar opa is overleden en begraven ligt. ,,Ik weet dat ze daar het allergelukkigst waren.’’
"En ja, op een gegeven moment is mijn opa naar Nederland vertrokken. Hij was een van de eerste in Rotterdam. Het was een echte pionier."
Samira Abbadi (1981, Rotterdam)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Zina, Marokkaanse vrouwen vertellen.
En onderdeel van de collectie: Marokkaanse migratieverhalen.
En onderdeel van de collectie: Marokkaanse migratieverhalen.
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Laura Schalkwijk
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Linda Malherbe, Joop Reijngoud
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Laura Schalkwijk
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Linda Malherbe, Joop Reijngoud