Elke vier jaar kent Estland grote zang- en dansfestivals met klederdracht. Tijdens haar middelbare schooltijd deed Viivika ook mee en omdat ze geen riem had en deze heel duur was, moest ze die zelf maken. ,,Die heb ik daarna bij elke verhuizing altijd meegenomen en is best belangrijk voor mij.’’ Ze groeide op in een dorpje in het westen van Estland, midden in de natuur en het bos. ’s Winters trok het halve land er naartoe om te gaan langlaufen, iets wat Viivika al deed toen ze nog heel klein was. Viivika komt uit een traditionele arbeidersfamilie. Haar moeder, op wie ze enorm lijkt, werkt al veertig jaar voor hetzelfde bedrijf, dat eerst cementblokken maakte en nu hout verhandelt. Haar vader, nu met pensioen, werkte op een boerderij met koeien. Als oudste – ze heeft nog twee jongere broers – moest Viivika altijd meehelpen in het gezin.
Na de val van het IJzeren Gordijn ging Viivika werken als au pair in Denemarken. ,,Alles was ineens open, we mochten gaan, alleen niet werken. Om te werken had je een vergunning nodig en als au pair was dat het allermakkelijkst.’’ Ze studeerde in Denemarken en kwam even een paar dagen vakantie vieren in Nederland, in Amsterdam en in Rotterdam. ,,En een van die avonden gingen we op stap naar de Consul, een café, bar in Rotterdam en daar heb ik mijn huidige vriend ontmoet.’’ Vier maanden later – in augustus 2007 – woonde ze in Rotterdam, waar ze nu samen met vriend Ronald een huis in Delfshaven heeft en waar haar twee kinderen Ida en Mairo zijn geboren. Ze werkt hier als teamleidster op een klantenserviceafdeling. Hoewel ze zich inmiddels thuis voelt in Rotterdam, mist ze soms wel Estse dingen: roggebrood, de peperkoekengeur van thuis met de kerstdagen en het uren met elkaar doorbrengen van de familie. ,,Dat vind ik ook Ests, iedereen blijft gewoon slapen. Samen lekker eten, kletsen, daar heb je meer tijd voor elkaar.’’
"Alles was ineens open, we mochten gaan, alleen niet werken. Om te werken had je een vergunning nodig en als au pair was dat het allermakkelijkst."
Viivika Leega (Estland, Palivere, 1977)
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Rotterdam Estonia 100.
En onderdeel van de collectie: Estlandse migratieverhalen: Rotterdam Estonia 100.
En onderdeel van de collectie: Estlandse migratieverhalen: Rotterdam Estonia 100.
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Laura Schalkwijk
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud, Linda Malherbe
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Laura Schalkwijk
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud, Linda Malherbe
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
"En die zingen op zaterdagmiddag en zondagmiddag alleen in het Ests, met Estse muziek en Estse dirigenten. Buitengewoon emotioneel. Dat is iets fantastisch."
"Ik krijg er gewoon letterlijk kippenvel van. De geur, de natuur, al die vogels die fluiten. Dat is echt een deel van mij."
"Esten geloven niet zozeer in God of Jezus Christus. Ze geloven meer in bomen. Daarom zijn mensen in Estland misschien ook wat meer geaard."
"Estische smaak is voor mij, is de smaak van dille, dat vind ik zo lekker en elke keer als ik in Estland ben, maak ik elke keer Huttenkäse, dat is ook een beetje Estisch."
"Ik ben nu 26, 27 jaar hier, meer dan de helft van mijn leven. Dat is ook thuis. Ik hang er een beetje tussenin."
"Dan ging oma uit Estland op een krukje staan en dan had ze een heel klein bijbeltje en daar ging ze dan zo dichtbij uit dat bijbeltje lezen.”