Terug
 
"Wij moeten elkaar gewoon leren kennen. Jullie leren wat van ons, wij leren wat van jullie."
Zohra (1962) en Rafiq (1997) El Yemlahi
Dit verhaal is onderdeel van luistervoorstelling: Oumi, Marokkaanse moeders vertellen.
En onderdeel van de collectie: Marokkaanse migratieverhalen.

In 1988 kwam Zohra op aandringen van haar halfzus in Nederland terecht, in Rotterdam aan de Oudedijk, zestien lentes jong nog maar. Ze werkte 34 jaar lang bij Profuomo, de stropdassenfabriek in Capelle aan den IJssel, waar ze begon met inpakken van stropdassen, overhemden, riemen en sjaals die bestemd waren voor de Bijenkorf, V&D en Hema. Ze leerde Nederlands met hulp van een collega, een Chinese vrouw. ,,Ik ben een makkelijk mens, kan met iedereen opschieten. Nieuwe mensen komen bij mij en dan komt die Chinese vrouw hier werken.’’ Haar collega leerde haar de letters. ,,Door werk heb ik Nederlands geleerd, een beetje schrijven.’’ Nu gaat ze naar de bibliotheek om te praten met mensen daar en kijkt ze Goede Tijden, Slechte Tijden om haar Nederlands bij te spijkeren. ,,Wij moeten elkaar gewoon leren kennen. Jullie leren wat van ons, wij leren wat van jullie. Sommige Nederlanders weten niks van Marokkaanse mensen. Weet je, wij zijn allemaal hetzelfde.’’ Ze houdt ook heel erg van grapjes maken. Nadat Geert Wilders zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak deed en een klant stropdassen wilde bestellen bij Zohra, reageerde ze gevat: ,,Wilt u meer of minder stropdassen?’’ Toch wordt ze soms ook wel verdrietig als mensen discrimineren. Zo wilde ze een keer een vrouw die was uitgegleden, helpen met opstaan, maar die vrouw duwde Zohra weg. ,,Ik zei mevrouw, ik wil alleen maar helpen.’’ Naar school gaan zat er voor Zohra niet in, in Marokko. Ze werd geboren in een vissersdorpje in het midden van het land, aan de Atlantische kust. Haar moeder heeft ze nooit gekend, haar vader nauwelijks. ,,Zij waren overleden.’’ De zes kinderen, vier broers, Zohra en haar zus – zij was toen 14 jaar –  moesten zichzelf zien te redden. Toen ze in Nederland woonde, werd ze gekoppeld aan een Marokkaanse man met wie ze trouwde en vier kinderen kreeg: drie zoons en een dochter. Rafik, 21 jaar, is de derde in de rij. Hij groeide op in Kralingen, samen met zijn vrienden van de basisschool die Marokkaanse, Turkse, Italiaanse en Nederlandse roots hebben en met wie hij nog altijd omgaat. Hij studeert International Business & Languages, heeft een bijbaantje bij Albert Heijn en woonde zes maanden in Mexico om Spaans te leren. ,,Ik wil graag bezig zijn met verschillende talen, verschillende culturen, verschillende landen.’’

 

 

Meer verhalen met
Onderwerp: Migratie  
Locatie: Kralingen  
Deel dit verhaal
Credits
Techniek/editing: Laura Schalkwijk
Interviewer: Linda Malherbe
Muziek: Marlies du Mosch
Ondersteund door: Joop Reijngoud
Meer vertellers uit deze luistervoorstelling
"Ik heb gewoon het ideale leven gehad als kind. Twee liefdevolle ouders, drie broers. Ik ben een nakomeling, en ja, dan word je verwend."
"De touwtjes hingen uit de brievenbussen, dat beeld zoals veel Nederlanders delen, waren ook mijn herinneringen."
"In Gouda opgroeien betekende dat je of bij de kaaskoppen hoorde, of bij de Marokkanen."
© 2025 Verhalen van Rotterdammers | Website door Mediabreed