Terug
"Er was een enorme paniek in huis en ik ben dus naar de voorkamer gelopen, keek naar buiten en zag dat het allemaal in elkaar lag."
"Mijn moeder pakte ons op een gegeven ogenblik vast en hield ons stijf tegen zich aan. Oren dicht. Zodra het was afgelopen, was het stil. Alleen maar dood- en doodstil."
"Een Duitser zei nog: gaan jullie maar in het midden lopen, want dadelijk vallen de muren om en dan leef je niet meer."
"Ik stap net binnen en gelijk kledder: enorme explosies. De kalk vloog van het plafond."
"Dan weet je niet wat je ziet. De huizen lagen in puin en de lijken lagen opgestapeld.''
"Voor de oorlog heb ik op de fundamenten van Boijmans gestaan."
"Mijn moeder zat dagenlang in de kelder van Boijmans, tussen de schilderijen."
"De Koenigscollectie stond bij tante Tinta op haar kamer."LUISTERVOORSTELLING
"Als ik een zoon had gehad, dan had ik hem Titus genoemd."
"Wij liepen door een straat met brandende huizen en ik moest over dode mensen heen stappen."
© 2024 Verhalen van Rotterdammers | Website door Mediabreed